Apollo-Soyoez-testproject: de kosmische handdruk die het einde van de ruimtewedloop markeerde

Vijfenvijftig jaar geleden, op 17 juli 1975, vond de eerste internationale handdruk in de ruimte plaats. Toen het Amerikaanse Apollo-ruimteschip zich in een baan om de aarde koppelde aan de Sovjet-Soyoez, ontmoetten astronauten en kosmonauten — eens bittere rivalen — elkaar met een uitgestoken hand. Lees alles over deze historische missie en ontdek leuke weetjes, zoals de onverwachte verstekeling aan boord van Apollo en hoe de bemanningen creatief omgingen met hun taalbarrière. Laten we beginnen!
Inhoud
- Wat is de Apollo-Soyoez-missie?
- Achtergrond: van ruimtewedloop tot ruimteverbondenheid
- Voorbereiding op de missie: training en uitdagingen
Logboek van de Apollo-Soyoez-missie
- 15 juli: Twee lanceringen, één doel
- 16 juli: De achtervolging
- 17 juli: De handdruk
- 18 juli: Gezamenlijke activiteiten
- 19 juli: Tweede koppeling, wetenschap en afscheid
- 20 juli: Ieders eigen weg
- 21 juli: Soyoez keert terug naar de aarde
- 22–23 juli: Apollo’s solovlucht
- 24 juli: Apollo’s laatste splashdown
- Nawoord: De betekenis van de Apollo-Soyoez-missie
Wat is de Apollo-Soyoez-missie?
Apollo-Soyoez was de eerste gezamenlijke ruimtevlucht tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie, gelanceerd in juli 1975. De Amerikanen lanceerden hun Apollo-ruimteschip vanaf Kennedy Space Center, de Sovjets hun Soyoez vanaf de Baikonoer-cosmodrome. De twee schepen koppelden in een baan 222 km boven de aarde.
Het doel van de missie was het testen van de compatibiliteit van koppelingssystemen en het onderzoeken van internationale reddingsoperaties in de ruimte. Ze wordt ook beschouwd als een symbolisch einde van de ruimtewedloop. In de VS stond ze bekend als het Apollo-Soyoez-testproject (ASTP), in de Sovjetunie als de Experimentele vlucht "Soyoez-Apollo". Het was een historisch begin van latere samenwerkingen, zoals Shuttle-Mir en het Internationaal Ruimtestation.

Achtergrond: van ruimtewedloop tot ruimteverbondenheid
Bijna twee decennia lang waren de VS en de Sovjetunie verwikkeld in een intense ruimtewedloop. De Sovjets behaalden vroege overwinningen met Spoetnik in 1957 en de eerste bemande vlucht van Joeri Gagarin in 1961. De VS reageerden met de Mercury-, Gemini- en Apollo-programma’s, en zetten in 1969 mensen op de Maan.
Maar in de jaren ’70 begon een periode van ontspanning. Tijdens de topontmoeting tussen Nixon en Brezjnev in 1972 ondertekenden beide landen een akkoord voor een gezamenlijke missie: het Apollo-Soyoez-testproject was geboren.
Voorbereiding op de missie: training en uitdagingen
Van 1973 tot 1975 trainden de bemanningen samen in het Johnson Space Center van NASA in Houston en in het Kosmonautentrainingscentrum Joeri Gagarin bij Moskou. Buiten de simulators en technische vergaderingen om, groeiden de banden tijdens gezamenlijke maaltijden, een sneeuwballengevecht in Star City en zelfs een Libanese dans op het Texas Folklife Festival. Deze culturele uitwisselingen vormden de basis voor onderling vertrouwen.

Een van de eerste obstakels was de taalbarrière. Aanvankelijk sprak elk team gewoon zijn eigen taal, wat communicatie lastig maakte. De creatieve oplossing: de Amerikanen spraken Russisch en de Sovjets spraken Engels. Deze omgekeerde aanpak werkte perfect — zonder moeilijke woorden verliep de communicatie vlot.
Twee grote technische problemen moesten worden opgelost. Ten eerste waren de koppelingssystemen van Apollo en Soyoez niet compatibel. Ingenieurs ontwierpen daarom een universele koppelingsmodule. Ten tweede hadden de schepen verschillende cabinedrukken: Soyoez gebruikte een aardachtige menging van stikstof en zuurstof, terwijl Apollo werkte met zuurstof onder lage druk. Dit vergde drukcompensatie en zuurstofvoorademhaling voor de Apollo-bemanning.
De voorbereiding was ook diplomatiek uitdagend: Sovjetingenieurs waren terughoudend met het delen van geheime technologie, terwijl Amerikaanse media zich afvroegen of het Sovjetvaartuig wel veilig genoeg was. Dankzij samenwerking, compromissen en veel geduld slaagden beide partijen erin een solide basis te leggen voor de missie. De handdruk in de ruimte werd voorafgegaan door maanden van handdrukken op aarde.
Logboek van de Apollo-Soyoez-missie

15 juli: Twee lanceringen, één doel
De missie begon met twee lanceringen: Soyoez 19 vertrok van Baikonoer om 12:20 GMT (15:20 Moskouse tijd), gevolgd door Apollo van Kennedy Space Center om 19:50 GMT (15:50 EDT).
Kort na het bereiken van een baan voerde Apollo een lastige manoeuvre uit om de koppelingsmodule op te halen. Commandant Tom Stafford werd kort verblind door zonlicht dat door de aarde werd weerkaatst, maar hij wist de ruimtevaartuigen handmatig uit te lijnen met een recordprecisie van 0,01 graad.
Ondertussen ontdekte de Apollo-bemanning een onverwachte passagier: een mug uit Florida. Die verdween enkele uren later.
16 juli: De achtervolging
Apollo werd wakker met "Wake Up Sunshine" van Chicago, terwijl de Soyoez-crew al bezig was om hun zwart-wit-tv-systeem te repareren. De reparatie mislukte, wat NASA teleurstelde — ze wilden Apollo vanuit Soyoez zien. Toch bleef de missie op schema. Apollo kwam dichterbij, met 255 km winst per baan.

17 juli: De handdruk
Om 16:09 GMT koppelden Apollo en Soyoez voor het eerst, en enkele minuten later gaven Tom Stafford en Alexei Leonov elkaar een hand in de ruimte — voor velen een symbolisch einde van de ruimtewedloop. Stafford en Slayton zweefden Soyoez binnen om Leonov en Kubasov te begroeten en geschenken uit te wisselen, terwijl Brand aan boord van Apollo bleef.
De bemanningen kregen felicitaties van Sovjetleider Leonid Brezjnev en vervolgens een onverwacht telefoontje van de Amerikaanse president Gerald Ford. De oproep zou vijf minuten duren, maar het werden er negen. Ford volgde zijn lijst met vragen én sprak met elke ruimtevaarder persoonlijk. Helmen gingen snel van hoofd tot hoofd om antwoorden te geven. De oproep bracht een warme en menselijke toon.

18 juli: Gezamenlijke activiteiten
Op 18 juli werd Apollo en Soyoez een “Sovjet-Amerikaans tv-centrum in de ruimte.” Kubasov leidde een rondleiding door Soyoez, Stafford deed hetzelfde in Apollo — in het Russisch. De bemanningen wisselden vier keer van vaartuig om samen experimenten uit te voeren, uitzendingen te doen en symbolische gebaren te delen.
Toen een Sovjetjournalist vroeg om de essentie van de missie te tonen, hielden Leonov en Stafford eenvoudigweg hun vlaggen omhoog — per ongeluk achterstevoren. Kubasov zei: “Het is verkeerd om te vragen welk land het mooist is. Wat telt, is dat niets mooier is dan onze blauwe planeet.”
Aan het eind van de dag had iedereen elkaars vaartuig bezocht: Stafford (7u10), Brand (6u30), Slayton (1u35), Leonov (5u43), Kubasov (4u57). Een van de drukste én meest gedenkwaardige dagen.
19 juli: Tweede koppeling, wetenschap en afscheid
De vijfde dag van Apollo begon laat: de bemanning sliep door het geplande lied “Tenderness” van Maya Kristalinskaya heen. Om 12:12 GMT ontkoppelden Apollo en Soyoez na 44 uur verbinding. Apollo plaatste zich vervolgens tussen Soyoez en de zon om de eerste kunstmatige zonsverduistering ooit te creëren, waardoor de Sovjetcrew de zonnecorona kon fotograferen. Er volgde een tweede koppeling, dit keer onder leiding van Slayton. De zichtbaarheid was slecht, maar de koppeling verliep soepel.
Om 15:26 GMT ontkoppelden de vaartuigen opnieuw voor een experiment met ultravioletabsorptie. Apollo cirkelde rond Soyoez om gassen in de bovenste atmosfeer te meten. Het vergde volledige samenwerking en bracht de brandstof tot het randje. Later ging Apollo over naar een nieuwe baan en beëindigde zo het gezamenlijke deel van de missie.

20 juli: Ieders eigen weg
Op 20 juli begonnen Leonov en Kubasov hun dag vroeg met aard- en zonfotografie en een schimmel-experiment. Apollo werd opnieuw gewekt met “Tenderness.” De dag verliep rustig en wetenschappelijk: kristalgroei, heliumglow, UV-surveys en oventests. De bemanningen stonden ook stil bij de zesde verjaardag van de Apollo 11-maanlanding.
21 juli: Soyoez keert terug naar de aarde
Op 21 juli begon Soyoez aan zijn afdaling. De modules scheidden zich zonder problemen en de capsule landde minder dan 11 km van het doel bij Baikonoer. Voor het eerst werden zowel lancering als landing van een Sovjetmissie live uitgezonden. Kubasov kwam als eerste naar buiten — wat wankel, maar lachend — gevolgd door Leonov. De bevestiging kwam: “Soyoez is veilig geland. Alexei en Valeriy zijn in goede gezondheid.”
22–23 juli: Apollo’s solovlucht
Apollo bleef nog een paar dagen in een baan om de aarde voor 23 onafhankelijke experimenten, gericht op aardbevings- en tektonische activiteit. De bemanning hield ook een live persconferentie vanuit de ruimte, waarin ze inzichten en ervaringen deelden. Met typisch droge humor grapte Slayton: “Ik heb niets gedaan dat mijn 91-jarige tante niet ook had gekund.”
Daarna trokken de astronauten hun pakken aan, ventileerden de tunnel van de koppelingsmodule en lieten deze los — gevuld met afval. Het brandde weken later op in de atmosfeer.
24 juli: Apollo’s laatste splashdown
Op 24 juli keerde Apollo terug in de atmosfeer en splashte neer in de Stille Oceaan — de laatste vlucht van het Apollo-programma. Maar er was een probleem: giftige stikstof-tetroxide-dampen lekten de cabine in, waardoor de bemanning begon te hoesten en zich ziek voelde. Ze schakelden snel over op zuurstofmaskers en landden veilig.
Hoewel ze volledig herstelden, werden de astronauten twee weken in het ziekenhuis gehouden. Een ruwe landing — maar het succes van de missie bleef onbetwist.
Nawoord: De betekenis van de Apollo-Soyoez-missie
De Apollo-Soyoez-missie bewees dat de ruimte niet alleen een strijdtoneel is, maar ook een brug kan zijn. Meer dan een halve eeuw later is die historische handdruk nog steeds een krachtig symbool: vrede, vertrouwen en wetenschap draaien in dezelfde baan.